Ontwikkelfase dreumes

Tussen de 12 en 36 maanden maakt je kind een fascinerende ontwikkeling door. Van wankele eerste stapjes tot zelfverzekerd rennen, van enkele woordjes tot hele verhalen. Het is een periode vol groei, nieuwsgierigheid en grote ontwikkelstappen. Speelgoed speelt hierin een belangrijke rol. Niet als vermaak, maar als hulpmiddel om te leren en zelfvertrouwen op te bouwen. Hieronder lees je per leeftijdsfase wat er zich ontwikkelt en hoe je dit kunt ondersteunen.

12–18 maanden: De wereld op eigen benen

Je dreumes zet letterlijk de eerste stappen. Lopen, trekken, duwen en ontdekken staan centraal. Elke stap is een oefening in balans, kracht en zelfvertrouwen.

Wat ontwikkelt er nu?

  • Lopen, kruipen en klimmen – de grove motoriek komt tot bloei.
  • Kleine handelingen: blokken stapelen, voorwerpen in een doos stoppen of eruit halen.
  • Eerste woordjes: mama, bal, auto.
  • De wil om dingen zelf te doen ("ikke!").

Hoe ondersteunt speelgoed deze ontwikkeling?

  1. Kies open speelgoed dat uitnodigt tot bewegen en ontdekken: blokken, duw- of trekspeelgoed, stapeltorens en zachte ballen.
  2. Speel niet vóór je kind, maar samen: kijk, benoem en geef ruimte om zelf te proberen.

24–30 maanden: Kleine denker, groot gevoel

Je dreumes groeit naar een echte peuter. Woorden worden verhaaltjes, handelingen krijgen betekenis. Ze bootsen je na: zorgen, bouwen en praten.

Wat ontwikkelen dreumesen nu?

  • Rollenspel: poppen verzorgen, koken in een keukentje, spelen met de boerderij.
  • Meer emotioneel bewustzijn – "ik boos", "mama blij".
  • Verbanden leggen tussen ervaringen – herinneren en vergelijken.
  • Langere concentratiemomenten.

Hoe ondersteunt speelgoed deze ontwikkeling?

Kies speelgoed dat de verbeelding prikkelt: popjes, houten keukens en verkleedspullen. Dit helpt om emoties en taal met elkaar te verbinden. Samen spelen leert delen, wachten en rekening houden met de ander.

30–36 maanden: Zelf doen, zelf denken

De drang naar zelfstandigheid wordt steeds sterker. Dreumesen willen helpen, experimenteren en vooral imiteren.

Wat ontwikkelen ze nu?

  • Langere en complexere zinnen.
  • Meer controle over hun motoriek: rennen, springen en tekenen.
  • Begrip van regels en structuur ("eerst opruimen, dan eten").
  • Groeiend zelfvertrouwen bij elke nieuwe poging.

Hoe draagt speelgoed hieraan bij?

Bied materialen die uitdagen zonder te overprikkelen: bouwsets, balansborden en eenvoudige knutselactiviteiten. Geef ruimte voor keuzes en autonomie: "Wil je met de blokken spelen of een puzzel maken?"